Toelating tot arbeid
Om een niet-Europese onderdaan in België tewerk te stellen moet er gewoonlijk een toelating tot arbeid aangevraagd worden. Als de aanvraag goedgekeurd wordt, ontvangt de buitenlandse werknemer ofwel een arbeidskaart (die maximaal 90 dagen geldig is), ofwel een gecombineerde vergunning. Een gecombineerde vergunning (aan te vragen via het digitale loket "Working in Belgium") bevestigt het recht om langer dan 90 dagen in België te verblijven en er te werken.
Op wie heeft het betrekking?
- De werkgever in België die een niet-Europese onderdaan in dienst wil nemen.
- De in het buitenland gevestigde werkgever die een van zijn werknemers vraagt prestaties in België uit te voeren.
- De buitenlandse onderdanen die als loontrekkende in België willen werken.
In een aantal gevallen moet er bij het Gewest echter niet om een toelating tot arbeid worden verzocht, omdat de buitenlandse onderdaan vrijgesteld is van werkvergunning. Dit hangt af van de verblijfssituatie en de tewerkstellingsduur van de werknemer in België.
Wat moet u doen?
Verkeert u in het geval waarin een toelating tot arbeid nodig is vooraleer een buitenlandse onderdaan in België mag worden tewerkgesteld?
Weten welke aanvraag u moet indienenHebt u een toelating tot arbeid gekregen voor meer dan een jaar?
Dan moet u ons elk jaar meerdere documenten bezorgen. Dat moet uiterlijk een maand na de verjaring van de geldigheidsstart van de toelating tot arbeid gebeuren.
Controles
De Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie ziet toe op de toepassing van de regelgeving over de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.
Minimale bezoldiging
Ter herinnering: de bezoldiging van elke werknemer moet de Belgische regelgeving naleven (bijvoorbeeld het bevoegde paritair comité) en ze mag niet minder bedragen dan € 1.954,99 (cao nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad).